De combinatie van een high-end stereo systeem met een goede (maar niet high-end) surround installatie wordt tegenwoordig steeds vaker gewenst.
Home Cinema
is leuk om films op een spectaculaire manier te beleven. Het gaat er daarbij vooral om om de "special effects", die veelal in surround bedacht
worden, zo goed mogelijk te ervaren. Ook een LFE (Low Frequency Effect) kanaal geeft bij Home Cinema een levensechte ervaring voor het weergeven van
aardbevingen, explosies en andere filmeffecten.
In high-end stereo systemen spelen geheel andere argumenten. Daar gaat het vooral om het ruimtebeeld (imaging), de levendigheid en de neutraliteit,
zaken die vooral een puristische en minimalistische aanpak van het audio systeem vragen.
Een veel gehoord misverstand is dat men denkt dat een goed ruimtebeeld kan worden bereikt door gewoon 5 kanalen toe te passen. Dit is volstrekt onjuist.
De belangrijkste eigenschap met betrekking tot ruimtebeeld - focussering, het op ware grootte afbeelden van de oorspronkelijke
geluidsbronnen - wordt door surround eerder moeilijker dan makkelijker. "Zwartheid van de achtergrond" wordt deze eigenschap ook wel eens genoemd.
Het combineren van high-end stereo en Home Cinema wordt daarmee een aardige uitdaging. Er zijn goede oplossingen, waarvan de - in onze ogen - beste
op deze pagina wordt beschreven
Het basisprincipe is dat men de high-end stereo installatie zoveel mogelijk als uitgangspunt ziet. De Home Theatre installatie wordt er op een dusdanige
manier aan toegevoegd dat geen enkel deel van de Home Theatre installatie in het signaalpad van de high-end stereo installatie zit. Dus niet alleen geen
gedeelde voorversterker, maar ook geen gedeelde interlinks en dergelijk. Indien men de HT installatie geheel uitschakeld werkt de high-end stereo installatie
normaal. De high-end stereo installatie kan onveranderd worden gebruikt maar het is te adviseren om deze wel aan te passen.
Zo moet men bij voorkeur over een voorversterker beschikken die een op een exact reproduceerbaar en gecalibreerd volumeniveau kan
worden ingesteld. Onze Array Obsydian P-1 en A-2 zijn daarvan voorbeelden.
In het schema bovenaan deze pagina vindt u het systeem beschreven.
Voor het Home Cinema deel kiest men een gewone, goede DVD speler en dolby digital/DTS surround receiver met Preamp (analoog) uit. Deze wordt uitgerust met
redelijk goede maar kleine boxen op de achterkanalen en het midden-voor kanaal. Eventueel wordt een subwoofer aangesloten op de LFE uitgang
van de receiver (niet getekend). U kunt echter op vrijwel alle HT receivers uw full-range links en rechtsvoor luidspreker gebruiken als subwoofer.
Gebruik daarvoor de zogenaamde "Bass Management" van de HT receiver. U kiest dan Dolby Bass Management mode 2, soms wel genoemd LSS0. Bij deze
bass management mode wordt all het laag van het LFE kanaal en de 5 hoofd kanalen opgeteld en bijgeteld bij het links en rechtsvoor kanaal. Deze moeten
dan natuurlijk wel in staat zijn om goed laag weer te geven.
De digitale (coax of optical) uitgang van de DVD speler aangesloten op de digitale input
van de receiver. Indien men over wil stappen naar een goede "All-in-one" disc speler die zowel DVD, SACD, DVD-Audio en CD goed weergeeft kan dit ook.
In het schema ziet u deze situatie beschreven: de analoge stereo uitgang van de All-in-one wordt aangesloten op de high-end stereo
voorversterker, de digitale uitgang van de All-in-one wordt aangesloten op de HT receiver.
De Preamp uit van de receiver
wordt met een eenvoudige interlink aangesloten op een ingang van de high-end stereo voorversterker, die hieronder verder beschreven wordt.
De luidspreker aansluitingen van het linker en rechter voorkanaal van de Home Cinema receiver worden niet aangesloten.
De stereo installatie bestaat uit een hoogwaardige analoge stereo voorversterker, bijvoorbeeld een Array A-10, en hoogwaardige
stereo eindversterking, bijvoorbeeld 2 Array M-10 monoblokken. De All-in-one speler wordt aangesloten op ingang 1 of 2 van de A-10
met behulp van een hoogwaardige interlink, bijvoorbeeld Array OPAL SilverGold. Indien u een eenvoudige
DVD speler gebruikt en voor high-end stereo een dedicated audio speler (CD en/of SACD) dan sluit u deze aan op ingang 1 van de A-10. De uitgang van de
A-2 wordt - opnieuw met hoogwaardige OPAL interlinks - alleen op de M-2's aangesloten, die op hun beurt weer op 2 full-range high-end
luidsprekers worden aangesloten met goede luidspreker kabels, bijvoorbeeld Array GEODE-2.
Bij stereo gebruik wordt de Home Cinema receiver uitgezet om digitale storingen in het systeem te voorkomen. Ingang 1 van de
A-10 wordt geselecteerd en het volume wordt op de A-10 geregeld. Het signaal passeert nooit een component van lagere kwaliteit.
Bij Home Cinema gebruik wordt ingang 4 van de A-10 geselecteerd. De gain van de A-10 wordt op 0 dB gezet (1x gain). Alle componenten
staan aan. Het volume wordt geregeld op de Home Cinema Receiver. Indien de versterking van de eindtrappen van de Array M-10's
en de Home Cinema receiver niet gelijk zijn (eenvoudig te controleren met noise test ingebouwd in de HT receiver), dan wordt de gain
van de A-10 aangepast. De gain van de A-10 is herhaalbaar exact in te stellen omdat het een relaisgestuurde volumeregeling is.
Een vaak gebruikte alternatief voor het bovenstaand beschreven systeem is om een multichannel voorversterker
met alleen high-end stereo eindversterking te gebruiken. Dit betekend echter dat
het signaal ook voor high-end stereo via de multichannel voorversterker gaat, hetgeen niet aan is te raden.
Surround voorversterkers (altijd digitaal) hebben over het algemeen een aanzienlijk lager prestatieniveau dan analoge high-end stereo voorversterkers,
voornamelijk vanwege de aanwezigheid van allerlei digitale decoding en processing.